A2 - Oefenexamen 1: Woordenschat
Dit oefenexamen gaat over woordenschat en lezen. Kies uit één van onderstaande woorden, én...
!!! welke vijf woorden je niet hebt hoeven te gebruiken !!!
Woorden om uit de kiezen:
En vergeet niet te controleren of je de juiste vijf woorden niet hebt gebruikt! Onderaan de pagina staat een klink naar het antwoordformulier.
1. Agenda
2. Het postkantoor
3. Planning
4. Vraagteken
5. Lessen
6. De oefening
7. Plaatjes
8. Kinderboeken
9. Antwoord
10. Uitroepteken
11. Vakanties
12. Verrukkelijk
13. Vraag
14. Cursus
15. Docenten
16. Tandsarts
17. Verrukkelijk
18. Vakanties.
Vul de volgende zinnen in. Succes!
- Heb jij een speciale manier van leren? Bijvoorbeeld ‘s ochtends of ------------
- Maak je daar een ------------ voor?
- Lisa is gek op dieren maar ------------ Het meest ------------ van paarden
- Schrijf jij in je ------------ op wanneer je gaat leren, of andere dingen hebt gepland?
- Pakketjes en brieven verstuur ik meestal via het ------------.
- Hopelijk wordt 2025 een voorspoedig ------------!
- Wanneer je iets aan iemand schrijft, en je stelt een vraag, dan eindig je de zin niet met een uitroepteken maar met een ------------.
- Vervolgens kun je alleen maar hopen dat je het gewenste ------------ terug krijgt.
- De ------------ die ik volg voor mijn opleiding worden gegeven door ------------.
- Veel ------------ en stripboeken bevatten veel ------------ ter illustratie.
- Het eten is bijna klaar, zou jij de ------------ op tafel willen zetten?
- Het eten was werkelijk ------------!