Dit zijn de 100 meest gebruikte werkwoorden in het Nederlands.


In tientallen (1-10, 11-20 etc.) kun je daarna rustig per werkwoord de vervoegingen lezen en leren. Je kunt er dus ook voorzz kiezen om per tiental te leren. Ik zal de 100 hieronder ook in blokken van 10 werkwoorden plaatsen.

Paarse tekst zijn regelmatige werkwoorden.

De zwarte tekst zijn onregelmatige werkwoorden.


1. Antwoorden

2. bang maken

3. beginnen

4. berekenen

5. bewust zijn (van)

6. bijten

7. blijven

8. bouwen

9. brengen

10. denken

1. cevap vermek

2. korkutmak

3. başlamak

4. hesaplamak

5. Billinc

6.srmak

7. Kalmak

8. inşa etmek

9. Getirmek

10. düşünmek

11. dichtdoen

12. Douchen

13. draaien

14. eten

15. Foto's maken

16. Gaan

17. Geloven

18. geven

19. halen

20. hangen

11.kapatmak

12. duş almak

13. dönmek

14. yemek

15. fotoğraflar çekmek

16. gitmek

17. inanmak

18. vermek

19. almak

20. asmak


Well done! These were the first 20 verbs. On to the rest!


21. Hebben

22. Helpen

23. Heten

24. vasthouden

25. Houden van

26. kennen

27. kijken naar

28. klimmen

29. koken

30. komen

21. Sahip olmak

22. Yardım etmek

23. Sıcak

24. (tutmak)

25. Sevmek

26. bilmek

27. Bakmak

28. Tırmanmak

29. pişirmek

30. Gelmek

31. kopen

32. kunnen

33. lachen

34.(toe)laten

35. laten zien

36. Leiden

37. Leven

38. Lezen

39.Liggen

40. Lopen

31. Satın Al

32. Can, can

33. Gülmek

34. Yetkilendirme

35. Göster

36. Yönetmek, liderlik etmek

37. Yaşamak

38. okumak

39. Yatmak

40. Yürümek


41. luisteren (naar)

42. maken

43. maken/doen

44. onvolledig zijn

45. verplicht zijn

46. moeten

47. mogen

48. nemen/pakken

49. nodig hebben

50. een geschenk geven

41. dinlemek (için)

42. yapmak

43. yapmak/etmek

44. tamamlanmamış olmak

45. zorundalmak, 

46. gerek

47. izinli olmak

48. almak/getirmek

49. İhtiyaç olmak

50. hediye yapmak için

51. Ontvangen

52. openen

53. opmerken

54. inpakken

55. Praten

56. rennen

57. rijden

58. schijnen

59. schreeuwen om

60. schreeuwen tegen

51. Almak

52. Açmak

53. Fark etmek, gözlemlemek

54. paketlemek

55. Konuşmak

56. koşmak

57. sürmek

58. Parlamak

59. için ağla

60. Bağırmak
 

 

En we zijn over de helft! Even kijjken naar wat fleurige plaatjes.


61. Schrijven

62. slapen

63. spelen

64. spreken

65. springen

66. staan

67. studeren

68. sturen

69. tillen

70. toebehoren

61. yazmak

62. uyumak

63. oynamak

64. konuşmak

65. Zıplamak

66. durmak

67. çalışmak

68. Kaldırma

69. yönlendirmek

70. Alt olmak

71. Toenemen

72. Trekken

73.Uitleggen

74. Vallen

85. Vangen

76. Vergeten

77. Verslaan

78. Vertellen

79. Verwijzen

80. Verzamelen

71. Artmak

72. Çekmek

73. Açıklamak

74. düşmek

85. Yakalamak

76. Unutmak

77. Yenmek

78. Anlatmak

79. Yönlendirmek

80. toplamak


81. Vinden

82. Vliegen

83. Voeren

84. Vragen

85. wachten op

86. wassen

87. wensen

88. werken

89. willen

90. winnen

81. Bulmak

82. Uçmak

83. Taşımak / Yönetmek

84. Sormak

85. Beklemek

86. Yıkamak

87. Dilemek

88. Çalışmak

89. İstemek

90. Kazanmak

91. wonen

92. worden

93. zeggen

94. zetten

95. zien

96. zingen

97. zitten

98. zoeken

99. zwemmen

100. zwijgen

91. Yaşamak

92. Olmak

93. Demek / Söylemek

94. Koymak

95. Görmek

96. Şarkı söylemek

97. Oturmak

98. Aramak

99. Yüzmek

100. Sessiz olmak


Heel goed gedaan! Wat het verschil is tussen regelmatige en niet regelmatige werkwoorden staat hier uitgelegd (nog niet0

Dan kunnen we verder naar de volgende stap: de Onvoltooid tegenwoordige tijd (ovt). link hieronder.

Nog even dit:

Waardeer je mijn content? Je kunt door middel van een donatie, groot of klein, helpen om deze website up to date te houden.

Je kunt evetueel ook de QR code gebruiken voorhet helpen van de website te verbeteren.

Ik als gesprekspartner wil jullie graag blijven helpen en ik vind het leuk om te doen. Het moet wel mogelijk blijven.